1. Verduidelijk de context of het onderwerp dat je met de manager wilt bespreken.
Bijvoorbeeld: Ik wil spreken over de aanhoudend hoge werkdruk en de gevolgen daarvan voor mijn werk, voor mezelf en mijn collega’s.
2. Verduidelijk het doel van je gesprek en vraag om overeenstemming.
Bijvoorbeeld: Hiermee hoop ik tot een wederzijdse oplossing te komen voor het probleem. Ben je het hiermee eens?
3. Leg de feiten uit met betrekking tot de werkdruk, de (mogelijke) gevolgen voor anderen, de organisatie en voor jezelf.
Bijvoorbeeld: Ik kan in mijn tijdsbestek de productcontrole van elk product niet afwerken. Hierdoor kan het zijn dat onze producten niet aan de vereisten gaan voldoen waardoor onze klanten zullen afhaken.
4. Vraag om overeenstemming over de gepresenteerde feiten.
Bijvoorbeeld: Ben je het eens met mij over de feiten?
Ja: ga verder naar 5.
Nee: kan je mij in detail uitleggen waar je het niet mee eens bent?
5. Vraag of je manager de gevolgen begrijpt die je hebt gepresenteerd.
Bijvoorbeeld: Kunt u de ‘negatieve gevolgen’ (in concrete vorm presenteren) voor mij of de anderen of de organisatie begrijpen?
Ja: Ga verder naar 6.1. van 6.2. afhankelijk van het feit of je een voorstel voor een oplossing hebt of niet.
6.1. Ik heb een voorstel voor een oplossing met betrekking tot de werkdruk…..
6.2. Kan je mij helpen een oplossing te vinden voor de hoge werkdruk?
7. Maak duidelijke afspraken over de gekozen oplossing (wie doet wat, wanneer, ….SMART doelstellingen).
Bijvoorbeeld: Laat ik samenvatten, we zijn het volgende overeengekomen:……..
8. Spreek een concreet moment af om de gekozen oplossing te evalueren.
Bijvoorbeeld: Laten we dit op de volgende datum evalueren:……